Voor het NVTC Seminar in het Cobra Museum 19 September j.l. meldden zich ruim 80 geïnteresseerden.
Keynote spreker Prof. Dr. Jaap Winter gaf de aanwezigen met zijn lecture een veelzijdig antwoord op de vraag “Wat de culturele sector op het gebied van governance kan leren van corporate governance” Het ontbreken van aandeelhouderszeggenschap (door middel van de aandeelhoudersvergadering) zoals in het bedrijfsleven is een belangrijk verschil. Historisch gezien is de RvT bij (semi) maatschappelijke instellingen min of meer gekopieerd van de RvC uit het bedrijfsleven. Echter zonder de belangen en zeggenschap van alle Stakeholders daarin goed te regelen. Dat maakt Cultural governance kwetsbaarder. Bovendien anders dan in het bedrijfsleven is de aandacht van overheid en politiek voor Cultural Governance een stuk kleiner. In de culturele sector liggen daarin derhalve nog wel uitdagingen.
Jaap Winter verduidelijkte dat o.a. met een toelichting over een veranderende focus in de Goverance en daarmee samenhangende verschuivende rollen voor de board / toezichthouders;
Van de huidig dominante focus: Hygiëne en Performance;
Met relatief veel aandacht voor monitoren, kritisch, interveniëren.
Naar een nieuwe focus: Strategy, Purpose/values;
Ondanks de werkgeversrol (baas van bestuurders, beoordelen en belonen) is de nieuwe rol van toezicht meer gericht op strategie en waarden koppelen aan doelstelling. Daarmee zijn toezichthouders ook partners van bestuurders met aandacht op het versterken van het denkproces.
In het tweede deel van het seminar presenteerde panelleden hun expertise inzake cultural governance waarna de aanwezigen vragen konden stellen en met de panelleden in discussie konden gaan
Mr. Marry de Gaay Fortman :
In haar presentatie werd het belang van compliance voor de intere toezichthouder toegelicht. Dat naast het werken met de geldende wet-en regelgeving ook het nakomen van normen en waarden geldt. Ofwel de principes van good governance: geloofwaardigheid; integriteit, onafhankelijkheid, verantwoording, transparantie en diversiteit. Met als kernwaarden in de gewenste bedrijfcultuur:
Openheid, Aanspreekbaarheid,
Het faciliteren van tegenspraak en bevorderen van het onderlinge dialoog.
Dr. Renee Steenbergen:
Private ondersteuning van de culturele sector is haar specialisme; Zij gaf een toelichting over de wijze waarop particuliere verzamelaars en andere mecenassen (vaak mensen met een achtergrond in het bedrijfsleven) zich inzetten voor zowel raden van toezicht van publieke musea als voor het stichten van eigen privémusea, die zij zelfstandig besturen. Differentiatie tussen publieke en private initiatieven is niet altijd even duidelijk voor het publiek. Dit kan rolverwarring veroorzaken in de governance code van met overwegend publiek geld gefinancierde kunstorganisaties. Het blijft een aandachtspunt in de culturele sector zo bleek o.a. vorig jaar bij het Stedelijk Museum Amsterdam, dat diverse grote verzamelaars in de RvT had die ook major donors waren. Dit kan de indruk wekken dat bestuurlijke zetels ‘gekocht’ kunnen worden. Daarom is het zinvol om in de nieuwe Code Cultural Governance meer specifieke richtlijnen te geven over taken van toezichthouders, met de kanttekening dat fondsenwerving door hen wellicht niet altijd primair het publieke belang dient. Wellicht kunnen wij lering trekken uit het Britse, representatieve model van trustees, waarin alle soorten stakeholders een stem hebben, en waarin er de Charity Commission toezicht houdt op good governance door de toezichthouders.
Mr. Dr. Marleen van Uchelen-Schipper,
Zij gaf een toelichting over de rol van RvT bij een stichting omdat die nauwelijks geregeld is in de wet. Veel regels die nu gelden voor RvC gaan nu ook gelden voor RvT. Er ligt nu een wetsvoorstel met uniforme regels over:
> Taak van bestuurders en toezichthouders.
> Aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders met name i.g.v. faillissement betekent een wijziging t.o.v. de huidige situatie?
> Tegenstijdig belang: is nu niet in de wet geregeld voor stichtingen. Bijvoorbeeld: toezichthouder/verzamelaar bij museum.
Waarbij zij aangaf dat er een discussie onder juristen gaande is over de vraag of de wetgever niet is doorgeschoten in de uniformering?
++++